
Het kerkhof der vergeten boeken, de vierluik van Carlos Ruiz Zafón, is alles wat ik ooit heb gewenst van een boek. Het grijpt je bij de keel, sleurt je mee in een labyrint van woorden, gangen en verhaallijnen. Dit is geen review, dit is een lofrede.
De boeken en hun auteur

In 2001 publiceerde hij het eerste deel: De schaduw van de wind, gevolgd door Het spel van de engel (2008), De gevangene van de hemel (2011) en Het labyrint der geesten (2017). In Nederland verschenen deze boeken wat later, aangezien Nelleke Geel moest werken aan een fantastische vertaling van de dikke pillen. Voordat deze boeken uitkwamen, had Zafón zich al beziggehouden met het schrijven van kinderboeken. Deze zijn door het succes van de vierluik opnieuw uitgegeven, gericht op het volwassen publiek. Tussen het eerste en tweede deel van de vierluik door schreef hij nog een roman: Gaudí in Manhatten (2004).
Het Barcelona van de twintigste eeuw
Alle vier de delen spelen zich voor het grootste deel af in het Catalaanse Barcelona van de vorige eeuw. Door de hele serie heen wordt er door het verleden van de stad gesprongen: er speelt zich een deel af vóór de oorlog en een deel na de oorlog. Ook de burgeroorlog is een motief dat vaak terugkomt in het boek. Tussen de regels door proef je de ernst van deze oorlog, de gevolgen en hoe de personages denken over deze ontwikkelingen in de stad. Soms had ik het gevoel dat de mening van de schrijver er sterk in voorkomt. Dat hij reflecteert op een vergeten Barcelona, of een Barcelona dat het liefst vergeten zou willen worden.
Ik ben zelf nog nooit in Spanje geweest, ik ben er zelfs nooit doorheen gereden. Toch heb ik het gevoel dat ik er weken, maanden, jaren heb rondgelopen. Met enige melancholiek en met grote eer voor de stad beschrijft hij Barcelona en ik heb met de personages meegelopen over de Ramblas, ik heb in de boekhandel van Sempere & Zoons gestaan en ik heb rondgelopen in de gevangenis van het kasteel van Montjuïc. Zelfs nu nog zie ik de mannen met hoeden, ik ruik de zee, ik hoor de piepende trams en taxi’s en ik voel Barcelona.
De beschrijvingen van Carlos Ruiz Zafón zullen elke persoon op een andere manier bevallen. Niet iedereen houdt van uitgebreide beschrijvingen van elke hoek van elke straat. Niet alleen de stad wordt beschreven, ook de huizen, de kamers en de omgevingen waar de scènes zich afspelen. Alles wordt beschreven, met de precisie van een chirurg die de gebeurtenis aan het ontleden is. Aan alle gevoelens, aan zowat elke traan en ademhaling worden woorden geweid. Persoonlijk vind ik het prachtig. Het neemt me mee, even zit ik niet meer in mijn donkere kamer, lezend bij het licht van de straatlantaarn dat mijn kamer binnenvalt, maar even ben ik in Barcelona, loop ik naast de personages, bén ik de personages.
Het labyrint der verhalen
De boeken zijn allemaal apart te lezen. In zijn boeken – vooral in de laatste – komt vaak het gegeven terug dat een verhaal een geheel is, dat er geen begin of einde is, dat je een verhaal op elk gewenst moment binnen kan stappen en het kan ervaren. Het heeft als het ware meerdere ingangen. Vanuit deze visie is Carlos Ruiz Zafón begonnen aan deze vierluik. In veel interviews hamert hij erop dat elk boek zijn eigen ingang in het verhaal heeft, dat de volgorde waarin je het leest invloed heeft op je interpretatie van het hele verhaal. Er is geen enkele manier fout.

De schaduw van de wind
Ik heb de vierluik in de volgorde van schrijven gelezen. Het avontuur begon in De schaduw van de wind, het verhaal van Daniel Sempere, zoon van de boekhandelaar. Op een dag neemt zijn vader hem mee naar een paleis, volgestopt met literatuur: Het kerkhof der vergeten boeken. Een geweldig bouwwerk, waarvan men zegt dat het al bestaat voordat Barcelona is ontstaan. Weinig mensen weten ervan, het is bijna een gesloten gemeenschap, beroepsgeheim. Daniel vindt er een boek, genaamd De schaduw van de wind, een boek dat zijn leven zal veranderen.
Door het verhaal heen, dat gevuld is met literatuur, liefde en de meest levendige personages die ik ooit heb gelezen, komt onze Daniel erachter dat zijn leven en dat van de auteur van De schaduw van de wind, Julián Carax, veel gemeen hebben. Is het het lot, of heeft de literatuur hem gevormd? Het boek is wervelend, met een einde waar je ‘u’ tegen zegt.
Het spel van de engel
Het spel van de engel begint een, op het eerste gezicht, nieuw verhaal met schrijver David Martín als ik-persoon. Het is een sprong terug in de tijd en vertelt het verhaal van een schrijver die vóór de oorlog de sinistere opdracht krijgt een boek te schrijven over een nieuw geloof, een boek dat de wereld moet laten branden. Je volgt de onbetrouwbare verteller op zijn weg naar krankzinnigheid. Het is een bijzonder verhaal, waarin Het kerkhof der vergeten boeken uiteraard terugkomt, zoals in elk boek, en waarin kleine bruggetjes te maken zijn naar De schaduw van de wind, bruggetjes die langzaam maar zeker steeds duidelijker worden.
De gevangene van de hemel
De gevangene van de hemel kan bijna als intermezzo gezien worden. Het is het enige boek waar ik kritiek op heb, maar het is onmisbaar voor het hele verhaal. Centraal in het verhaal (hé, dat rijmt) staat het verleden van Fermín, een personage dat we in De schaduw van de wind al ontmoet hebben. Ik ben van het personage gaan houden, maar hierover later meer. Het is dan ook goed dat hij zijn eigen boek krijgt, waarin zijn verleden wordt verteld, hoe hij in de gevangenis terecht is gekomen, hoe hij is ontsnapt. Door middel van dit verleden wordt een nieuwe verhaallijn geïntroduceerd, de verhaallijn van Mauricio Valls, directeur van de gevangenis. Het is de aanleiding van het duistere complot dat in het laatste boek uiteen wordt gezet.
Dát is mijn kritiek, dat het niet meer dan een aanleiding is. Er gebeurt niets waanzinnigs, niets wat de lezer verbaast (desondanks waren er enkele gebeurtenissen die me wél hebben ontroerd, die alsnog geweldig waren om te lezen en mijn verwachtingen voor het laatste boek de lucht in deden schieten; en het einde was prachtig, maar toch miste het boek wat) en het blijft oppervlakkig. Dit boek is ook maar drie jaar na Het spel van de engel uitgekomen, terwijl hij zeven jaar had gedaan over zijn vorige boek. De kwaliteit is daardoor simpelweg lager. Zijn uitgever heeft hem aangeraden om meer tijd te nemen voor de ontknoping. Dat is het juiste advies geweest.
Het labyrint der geesten
In Het labyrint der geesten wordt de lezer via een wenteltrap (het toeval wilt dat dit ook het logo van Het kerkhof der vergeten boeken is) naar het diepste van het verhaal wordt geleid, naar de ware ontknoping, waar de schrijver bijna zeven jaar over heeft gedaan. En wat een meesterlijke ontknoping is het.
Het is het verhaal waarin een nieuw personage, Alicia Gris, het toneel betreedt, een personage dat bij iedereen die op haar pad komt een onuitwisbare indruk achterlaat. Alicia krijgt een opdracht om de verdwenen Mauricio Valls te vinden, maar ze stuit op een complot dat zij tracht te ontraadselen. Op haar weg komt ze de familie Sempere tegen, met een volwassen Daniel die alweer een zoontje heeft, vernoemd naar Julián Carax. Alle losse eindjes worden aan elkaar geknoopt, alle vorige boeken komen in deze laatste samen. De laatste pagina’s vulden mij met een onbeschrijflijke vreugd, alles paste precies in elkaar. Het zijn de meest meesterlijk geschreven 850 pagina’s die ik in tijden heb gelezen.
Nieuwe papieren vrienden
Ze zeggen dat de personages het verhaal dragen. Zonder personages geen verhaal. In deze vierluik is dit meer dan ooit het geval. Ik ben verliefd geworden op elk personage: Daniel, de heer Sempere, Bea, Alicia, Julián en Isabella maar bovenal: op Fermín. Deze man, Fermín Romero de Torres verdient een standbeeld. Hij weet zich overal onderuit te praten, niemand kan tippen aan zijn humor, zijn bescheiden overdrevenheid, zijn liefde voor de literatuur, zijn moraal. Iedereen houdt van Fermín. En hij houdt van iedereen. Elk personage had zijn eigen stem, op een gegeven moment kende ik de personen alsof het mijn eigen vrienden waren. Ik wist daardoor precies wat ze zouden doen, zeggen en hoe ze zouden reageren. Het waren mijn vrienden geworden, mijn familie. Mijn papieren vrienden.
Een ode aan de literatuur
Carlos Ruiz Zafón is boekenliefhebber, houdt van de literatuur. In elk opzicht zie je dit terug in de boeken en zelfs buiten de boeken. Er zijn veel mensen geweest die zijn boeken hebben willen verfilmen, maar hij heeft alles afgewezen. Ook in de boeken komt zijn kennis van literatuur naar voren: hij weet er ongelooflijk veel van. Zo laat hij namen van klassieke literaire schrijvers vallen en ook verschillende stromingen sijpelen door in zijn werk.
De grootste spreekbuis van de literatuur in het boek is de grote Fermín. Hij beheerst de retoriek perfect en weet iedereen onder de tafel te lullen. Op de boekenmarkt rent hij langs de kramen om elk persoon échte literatuur toe te stoppen. Hier zit ook de boodschap van de schrijver, ook hij ziet graag dat er meer gelezen wordt. Dit wordt ook verwoord door het medelijden dat hij bij de lezer opwekt door het slecht te laten gaan met de boekhandel van de Semperes. Ook het paleis gevuld met vergeten boeken is een duidelijke spreekbuis, dat dient om de lezer zich te laten interesseren voor de literatuur.
De vierluik is een meesterwerk. Elke persoon die van boeken houdt móet het lezen. Het is een ode aan de boeken, een ode aan het schrijverschap, een ode aan de literatuur. Bovendien: dit is een ode aan Het kerkhof der vergeten boeken.
Er rest mij nu nog een ding: het afsluiten met een advies. Het advies luidt: lees het.
Heb je de boeken nog niet in je boekenkast staan? Bestel ze hier!